Van melding tot hulpverlening

Als je 112 belt wordt eerst aan je gevraagd in welke plaats je je bevindt en welke hulpdienst je nodig hebt: ambulance, brandweer of politie. Als het om een medisch spoedgeval gaat word je direct doorverbonden met de Meldkamer Ambulancezorg. In onze regio zit die gevestigd in Maastricht.

‘Waar bent u?’

Je krijgt een van onze centralisten aan de lijn die vraagt waar jij je precies bevindt (plaats, straat, huisnummer, hectometerpaaltje, etc.). Vervolgens doorloopt de centralist aan de hand van het protocol een aantal vragen om een inschatting te kunnen maken van de situatie. Bijvoorbeeld: wat is er precies aan de hand? Om hoeveel slachtoffers gaat het? Zijn ze buiten bewustzijn? Hoe oud zijn de slachtoffers? Probeer altijd zoveel mogelijk informatie over de situatie door te geven! Aan de hand van al die informatie bepaalt de centralist of er een ambulance naar jou toe komt en zo ja met welke urgentie (A1 of A2). Het kan dus voorkomen dat de centralist met behulp van het protocol vaststelt dat er geen ambulance nodig is, maar een huisarts. In dat geval wordt er direct contact opgenomen met jouw huisarts.

Weten wat er gebeurt als je 112 belt omdat je met spoed zorg nodig hebt? Check deze infographic!

‘De ambulance is onderweg!’

Alle gegevens die de centralist over de situatie heeft verzameld worden doorgegeven aan de dichtstbijzijnde ambulance. Het ambulanceteam weet dus wat er aan de hand is. In de tijd tot de ambulance arriveert is het belangrijk om aan de lijn te blijven. De centralist kan jou om meer bijzonderheden vragen die rechtstreeks worden doorgegeven aan het ambulanceteam. Daarnaast kan de centralist jou ook instructies geven waarmee jij de situatie van de patiënt kunt verbeteren. Het is van groot belang om deze aanwijzingen nauwkeurig op te volgen.

Je kunt het ambulanceteam helpen met het vinden van jouw locatie door de alarmlichten van de auto aan te zetten of iemand op de uitkijk te laten staan. Zet ook alvast de voordeur open en zorg dat het team direct bij de patiënt kan. Als je weet dat de patiënt medicijnen gebruikt, zorg dan dat deze bij de hand zijn als de ambulance arriveert. Kennis over het medicijngebruik kan van groot belang zijn bij de behandeling.

‘Waar is de patiënt?’

Zodra het ambulanceteam arriveert wordt de patiënt direct onderzocht. De patiënt wordt in een stabiele situatie gebracht en dan bepaalt de ambulanceverpleegkundige of het noodzakelijk is om de patiënt naar het ziekenhuis te vervoeren. Als dit niet het geval is geeft hij uitleg en belt eventueel de huisarts zodat de patiënt vertrouwd thuis kan blijven of verzorgd wordt.

Is het wel belangrijk om de patiënt naar het ziekenhuis te vervoeren dan kan in de ambulance de behandeling worden voortgezet. Het ambulanceteam waarschuwt het ziekenhuis, zodat zij weten dat de patiënt er aan komt. Ter plaatse wordt de patiënt overgedragen aan de Spoedeisende Hulp en krijgen zij zoveel mogelijk informatie van het ambulanceteam over de toestand van de patiënt, de behandeling die de ambulanceverpleegkundige heeft uitgevoerd en de medicijnen die eventueel zijn toegediend.

Vervolgens vult het ambulanceteam de rapportageformulieren in, worden de medicijnen en verbandmiddelen aangevuld en is de ambulance weer inzetbaar voor de volgende melding.