“Niet alleen het slachtoffer heeft een arts nodig”

Het is tegen de middag wanneer de telefoon gaat. “Meldkamer ambulance goedemorgen, wat is de plaats van uw noodgeval?” De dame aan de telefoon geeft me meteen het adres waar we moeten zijn.  Maar degene die hulp nodig heeft, ligt achter het huis in een wei en dat is een stuk van het huis af. Ik heb in ieder geval al een richting mocht het een inzet worden dus ik beslis om door te gaan met mijn triage. 
“Wat is precies het noodgeval?” De dame vertelt dat haar moeder een schop heeft gekregen van haar paard. Het paard was in de ochtend naar de dierenarts geweest en had nog wat nazorg nodig. “Is je moeder wakker?”, vraag ik. Ze antwoordt: “Ik heb geen idee, ik probeer achter mijn paard aan te rennen want die is helemaal overstuur en blijft schoppen. Ik denk dat ze pijn heeft”.
“Bedoel je het paard of je moeder?”
“Mijn paard”, zegt ze. “Kun je nu naar je moeder toe gaan?” Ze geeft aan dit moeilijk te vinden en roept haar moeder. Ze krijgt echter geen reactie en ziet ook niemand meer in de wei lopen. “Waar was je moeder net?”. De dame begint in paniek te raken en ik moet mijn best doen om het contact te houden. “Loop terug naar de plek waar je haar voor het laatste hebt gezien.” Ik hoor haar in de wei rennen richting de plek. Haar paard komt niet achter haar aan, gelukkig! Dan hoor ik haar opeens in de telefoon roepen: ”MAM!”. “Wat zie je precies?”, vraag ik. “MAMA wordt wakker!”, roept ze. Ik probeer haar aandacht te krijgen door harder in de telefoon te roepen wat ze precies ziet. “Mijn moeder ligt hier, maar ze is niet echt bij.” “Spreek haar eens aan, goed hard!” “Ze doet nu haar ogen langzaam open maar reageert niet goed.” Ik hoor haar kreunen en ik kies er nu al voor om een ambulance te gaan sturen met A1, de hoogste spoed.  Ik ga meteen verder met mijn triage om uit te zoeken wat er aan de hand is: “Ademt ze net zoals jij en ik?”
“Nee, ze ademt heel erg oppervlakkig”.  Ik wijk van mijn dabcd af en vraag nog even verder aangezien haar moeder een trap van het paard heeft gehad:  “Gaat de borstkas goed op en neer aan beide kanten?”. Ze vindt het moeilijk om te zien omdat haar moeder een bodywarmer draagt. “Rits hem maar open en kijk eens goed.” Ze doet de rits naar beneden en geeft in een paar seconden al het antwoord waar ik bang voor was.  De borstkas gaat aan de rechterkant niet op en neer en staat bol. Ik roep mijn collega die de ambulances aanstuurt en zeg dat we gaan opschalen met een MMT-inzet (traumahelikopter). Dit houdt in dat er nog een extra ambulance met spoed gestuurd wordt samen met de OVD-G en de politie. De politie wordt gevraagd ter assistentie om bijvoorbeeld de MMT-arts van de landingsplek naar de plek van het incident te vervoeren, de weg vrij te houden voor de hulpdiensten en nog veel meer zaken die ik een andere keer zal uitleggen.

Nu is het mijn taak om precies de locatie van de moeder te verkrijgen én heb ik nog een andere uitdaging. In dezelfde wei loopt immers een paard. Het paard is al van streek en nu gaan er ook nog een hele hoop vreemde mensen en geluiden op hem af komen.
Maar eerst de locatie. Ik maak gebruik van ons kaartensysteem en kan zie dat de plek waar vandaan gebeld werd, is verplaatst. Grote kans dat dit dus ook de live locatie is van de moeder. Ik schakel snel van de kaart over naar luchtfoto en kijk of ik op deze manier herkenbare zaken zie die ik kan gebruiken om de precieze locatie vast te stellen. Naast het huis is een voetpad/ruiterpad zichtbaar. Op het einde van dit pad zie ik een groepje bomen links naast het icoontje van het telefoontoestel dat meer de wei in ligt. Ik vraag haar of ze het groepje bomen ook ziet. Dat klopt. Ik pin de locatie en geef dit door aan mijn collega die dit weer kan delen met de aanrijdende hulpdiensten. Ook probeer ik intussen nog meer vragen te stellen. Zo vraag ik of er ergens bloed te zien is en wat de kleur is van het gezicht van de moeder. Ze ziet erg bleek, is aan het transpireren en valt steeds weg. Haar dochter doet haar best om haar aan de praat te houden. Veel meer dan dit kan ik nu niet meer doen. Alle benodigde hulp voor nu is onderweg en nu maar hopen dat er snel iemand bij is.

Dan volgt er een spraakaanvraag vanuit de hulpdiensten: “Waar is het paard en is er iemand die het paard uit de wei kan halen?” Ai, Er is  niemand die dat nu kan doen. De dochter wil ik bij haar moeder houden zodat zij haar moeder in de gaten kan houden totdat er iemand is. Ik zie op mijn scherm dat de eerste ambulance al bijna ter plaatse is.  Maar hij kan niet naar de moeder toe, dat is te gevaarlijk vooral met die mooie opvallende kleuren die wij dragen. Dit is zo frustrerend. Ik heb nog steeds de dochter aan de lijn en leg de situatie uit. Dan bedenk ik me dat er in ochtend contact is geweest met de dierenarts. “Kent jullie dierenarts jouw paard goed?” “Ja, heel goed. Ze woont hier ook in het dorp”, zegt ze. Ik vraag hoe de praktijk heet en zoek ondertussen het nummer op. Ik kijk om me heen of ik een collega zie die vrij is en een contact op kan nemen met de dierenarts. Niemand. Hoe los ik dit nu weer op?  Ik besluit om de dochter even in de parkeerstand te zetten en bel snel de dierenarts, dan kan ik het gesprek erna meteen weer terugpakken. Gelukkig neemt ze snel de telefoon op en kan ik haar vragen of ze ons kan helpen bij dit noodgeval. “Natuurlijk”, is het antwoord. “Ik kom er zo snel mogelijk aan!” Ik verbreek de verbinding en pak meteen het gesprek terug. “Ik ben er weer. Hoe gaat het met je moeder? De dierenarts is onderweg.” “Mam, mam! Ze reageert niet meer!”


Seconden duren uren lijkt het wel. Samen wachten we op de dierenarts en ik probeer haar zoveel mogelijk te steunen. Op het moment dat de dierenarts arriveert en contact maakt met haar paard, springen mijn collega’s ter plaatse over het hek en zorgen ze dat ze zo snel mogelijk bij het slachtoffer aankomen. Op dit punt zit mijn werk erop. “Heel veel sterkte daar, bedankt voor je hulp”. En de verbinding is weg.

Lisa,

Verpleegkundig Centralist Meldkamer